Harttransplantatie

Een harttransplantatie is het laatste redmiddel voor mensen met hartfalen bij wie de hartspier niet sterk genoeg meer is om de bloedsomloop voldoende in beweging te houden. In een zware operatie wordt het verzwakte hart vervangen door een donorhart. Als een donorhart niet per direct beschikbaar is – wat helaas vaak het geval is – dan wordt de wachttijd overbrugd door een mechanisch steunhart als ‘brug naar transplantatie’.

De techniek van de harttransplantatie bestaat al meer dan veertig jaar. In het begin waren de vooruitzichten na een harttransplantatie niet erg goed. Tegenwoordig worden er wereldwijd jaarlijks ongeveer 4.000 harttransplantaties uitgevoerd en zijn de kansen een stuk beter. Ongeveer 85 procent overleeft het eerste jaar na de transplantatie en na tien jaar is de helft nog in leven.

Leeuw en krokodillen

De eerste harttransplantatie werd uitgevoerd in 1967 door de Zuid-Afrikaanse chirurg Christiaan Barnard in het Groote Schuur Ziekenhuis in Kaapstad, dat sindsdien om deze reden wereldfaam geniet. De techniek van de operatie was overigens niet van hem, maar van zijn Amerikaanse collega Norman Shumway, die hij tijdens een studieperiode in de Verenigde Staten had leren kennen.

Barnard plaatste het hart van een jonge vrouw die bij een verkeersongeluk was omgekomen in het lichaam van een man van 55 jaar. Na de operatie leefde de man nog 18 dagen. Hij overleed aan een longontsteking als gevolg van de zware medicijnen die hij moest slikken om de natuurlijke afstotingsreactie van zijn lichaam te onderdrukken. Barnard schreef later over de beslissing van de man om als eerste mens een harttransplantatie te ondergaan: ‘Als er een leeuw achter je aan zit en je staat voor een rivier met krokodillen, dan spring je in het water om de overkant te halen.’ Tegenwoordig zijn er betere medicijnen tegen de afstotingsreactie van het immuunsysteem en is de kans om gezond aan de overkant van de ‘rivier met krokodillen’ te komen veel groter.

Harttransplantatie Christiaan Barnard, de chirurg die de eerste harttransplantatie uitvoerde, schreef over de beslissing om de zware operatie te ondergaan: ‘Als er een leeuw achter je aan zit en je staat voor een rivier met krokodillen, dan spring je in het water om de overkant te halen.’

De ideale ontvanger

Donorharten zijn schaars en niet iedereen met ernstig hartfalen komt in aanmerking voor een harttransplantatie. De voorwaarden waaraan de ontvanger moet voldoen, zijn bedoeld om de kans te vergroten dat de ontvanger er met het donorhart weer bovenop komt. Sommige van die voorwaarden zijn medisch, maar andere meer sociaal van aard.

Een medische voorwaarde is bijvoorbeeld de bloeddruk in de longen. Is die bloeddruk erg hoog, dan zou het donorhart daar problemen mee kunnen krijgen. Een normaal donorhart is namelijk niet gewend om tegen een hoge druk op te pompen. Andere voorwaarden kunnen zijn dat er geen ernstige problemen zijn met organen zoals nieren, longen en lever.

Een voor de hand liggende sociale voorwaarde is de leeftijd van de ontvanger. In het verleden werd er in verschillende ziekenhuizen een strikte leeftijdslimiet gehanteerd, maar tegenwoordig gaat het allemaal wat soepeler. De gedachte is dat er behoorlijk wat verschil kan bestaan tussen de biologische leeftijd en de leeftijd op de kalender. Sommige ouderen met een donorhart doen het heel goed. Iemand die verslaafd is aan roken, alcohol of drugs komt niet in aanmerking voor een harttransplantatie.

De ideale donor

De ideale donor is jong en gezond, maar het gebrek aan donorharten heeft ertoe geleid dat ook gezonde mannen boven de 45 en gezonde vrouwen boven de 50 als donor in aanmerking komen.

Donor en ontvanger moeten bij elkaar passen. Ze moeten ongeveer gelijk in lichaamsgrootte zijn, want hoe groter het lichaam, hoe groter het hart. Een hart van een kleine persoon in het lichaam van een reus zou meer bloed moeten rondpompen dan het aankan. Ten slotte moet ook de bloedgroep overeenkomen.

Afstotingsreactie van het immuunsysteem

Na een harttransplantatie moet de ontvanger de rest van zijn leven medicijnen nemen om de reactie van het immuunsysteem op het lichaamsvreemde orgaan binnen de perken te houden. Een kleine revolutie op dit gebied was de introductie van ciclosporine, een medicijn dat het immuunsysteem uitschakelt en daardoor de afstotingsreactie van het lichaam onderdrukt.

Dergelijke immunosuppressieve medicijnen hebben soms ernstige bijwerkingen, zoals een verhoogd risico op kanker. Door de medicijnen is het lichaam minder goed in staat om kanker in het beginstadium onschadelijk te maken.

Gedenerveerd hart

Een getransplanteerd hart heeft geen verbinding met het zenuwstelsel, het is gedenerveerd. Via het zenuwstelsel wordt een normaal hart gewaarschuwd als het lichaam zich inspant, zodat het sneller kan gaan kloppen. Een getransplanteerd hart krijgt dat signaal niet, waardoor het iets langer duurt voordat het zijn ritme aanpast. Aan de andere kant komen er ook geen pijnsignalen uit het hart. Iemand met een getransplanteerd hart heeft bijvoorbeeld geen last van pijn op de borst.